Vertalingen ensanchar ES>NL
I ensanchar
werkw.
aumentar el ancho de algo -
verbreden ensanchar un camino - een weg verbreden |
II ensancharse
werkw.
1) aumentar el ancho de algo -
breder worden Se ensanchó el lecho del río por la corriente. - De oever van de rivier werd breder door de stroming. |
2) llenarse de orgullo y soberbia -
van trots groeien Al oír hablar de él se ensanchó. - Hij groeide van trots toen hij hoorde dat het over hem hadden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ensanchar (ww.) | verbreden (ww.) ; verruimen (ww.) ; verwijden (ww.) ; wijder maken (ww.) |
ensanchar | uitbreiden ; uitrekken |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `ensanchar`

Voorbeeldzinnen laden....