Vertalingen difundir ES>NL
difundir
werkw.
1) extender o propagar algo -
verspreiden difundir una enfermedad - een ziekte verspreiden |
2) decir públicamente algo, hacerlo conocer -
verbreiden difundir una noticia - een bericht verbreiden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
difundir (ww.) | afkondigen (ww.) ; bekendmaken (ww.) ; klikken (ww.) ; omroepen (ww.) ; programma uitzenden (ww.) ; uitstrooien (ww.) ; uitzaaien (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `difundir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anunciarES: avisarES: chismorrearES: chivarES: chivarseES: circularES: contarES: conversarES: declararES: delatar