Vertalingen enviar ES>NL
enviar
werkw.
1) hacer que alguien vaya a algún lugar -
sturen enviar los hijos a la escuela - de kinderen naar school sturen |
2) hacer llegar algo a un lugar -
versturen enviar expedientes - dossiers versturen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
enviar (ww.) | overmaken (ww.) ; zich overgeven (ww.) ; zenden (ww.) ; weigeren (ww.) ; verzenden (ww.) ; versturen (ww.) ; uitsturen (ww.) ; uitleveren (ww.) ; sturen (ww.) ; rondzenden (ww.) ; rondsturen (ww.) ; capituleren (ww.) ; overgeven (ww.) ; opsturen (ww.) ; ontslaan (ww.) ; ontheffen (ww.) ; nazenden (ww.) ; inzenden (ww.) ; insturen (ww.) ; doorzenden (ww.) ; doorsturen (ww.) ; doen toekomen (ww.) |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Trueterm; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `enviar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anularES: apartarES: asignarES: cargarES: consignarES: contribuirES: denegarES: deponerES: depositarES: descartar