Vertalingen concentrar ES>NL
I concentrar
werkw.
Uitspraak: | [konɑuen'tɾaɾ] |
1) reunir lo que estaba disperso -
bundelen Debes concentrar tus energías. - Je moet je krachten bundelen. |
2) congregar un número de personas en un lugar -
samenbrengen Los asambleístas concentraron la multitud a orillas del río. - De deelnemers brachten de menigte aan de rivier samen. |
II concentrarse
werkw.
1) fijar la mente en algo sin distraerse psychologie -
zich concentreren Se concentró en el problema propuesto. - Hij concentreerde zich op het voorgestelde probleem. |
2) reunirse un grupo de personas en un lugar -
bijeenkomen La manifestación se concentró para protestar. - De demonstratie kwam bijeen om te protesteren. |
3) aislarse un deportista o equipo previamente a la competencia sport -
zich voorbereiden Los jugadores se concentraron en un hotel céntrico. - De spelers bereidden zich voor in een hotel in het centrum. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
concentrar (ww.) | concentreren (ww.) ; dikker worden (ww.) ; geconcentreerder worden (ww.) ; stollen (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `concentrar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agruparES: aplastarES: apretarES: aunarES: comprimirES: condensarES: consolidarES: espesarES: estrujarES: oprimir