Vertaal
Naar andere talen: • causar > DEcausar > ENcausar > FR
Vertalingen causar ES>NL

causar

werkw.
Uitspraak:  [kaw'saɾ]

acción producir u originar algo - veroorzaken
causar el despido - het ontslag veroorzaken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
causar (ww.) aandoen (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.) ; aanrichten (ww.) ; aanstichten (ww.) ; berokkenen (ww.) ; losmaken (ww.) ; ophitsen (ww.) ; provoceren (ww.) ; teweegbrengen (ww.) ; toebrengen (ww.) ; uitdagen (ww.) ; uitlokken (ww.) ; veroorzaken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `causar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: afrontar
ES: animar
ES: armar
ES: atormentar
ES: chancear
ES: componer
ES: confeccionar
ES: dar
ES: dar motivo para
ES: desafiar