Vertaal
Naar andere talen: • confeccionar > DEconfeccionar > ENconfeccionar > FR
Vertalingen confeccionar ES>NL

confeccionar

werkw.
Uitspraak:  [konfek'ɑujonaɾ]

1) elaborar algo a través de la combinación de sus componentes - maken
Mi abuela confecciona abrigos de lana. - Mijn oma maakt wollen sjaals.

2) llevar a cabo un proceso para obtener una idea o proyecto - ontwikkelen
Los diputados confeccionaron un proyecto de inclusión social. - De gedeputeerden hebben een project van sociale insluiting ontwikkeld.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
confeccionar (ww.) aandoen (ww.) ; berokkenen (ww.) ; muziek componeren (ww.) ; tot stand brengen (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.)
confeccionar confectioneren ; samenbouwen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `confeccionar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: apostar
ES: apostarse
ES: armar
ES: causar
ES: comerse
ES: compilar
ES: componer
ES: consumir
ES: elaborar
ES: elaborar dulcería