Vertalingen componer ES>NL
componer
werkw.
1) armar una cosa de varias partes -
maken componer un tocado de novia - het kapsel van de bruid opmaken |
2) formar un cuerpo de varias cosas o personas -
vormen Once jugadores de primer nivel componen el equipo. - Elf spelers van hoog niveau vormen het team. |
3) ordenar o reparar algo -
repareren componer un televisor - een televisie repareren |
4) crear una pieza musical, literaria o científica -
componeren Mozart compuso más de seiscientas obras. - Mozart heeft meer dan zeshonderd werken gecomponeerd. |
5) decorar algo -
versieren componer un salón de baile - een danszaal versieren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
componer (ww.) | onderuit halen (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; tot stand brengen (ww.) ; toonzetten (ww.) ; stationeren (ww.) ; scheppen (ww.) ; posteren (ww.) ; posten (ww.) ; plaatsen (ww.) ; op muziek zetten (ww.) ; neerleggen (ww.) ; muziek componeren (ww.) ; maken (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; componeren (ww.) ; berokkenen (ww.) ; aandoen (ww.) |
componer | componeren ; zetten ; opstellen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `componer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aparcarES: apostarES: apostarseES: armarES: causarES: colocarES: colocarseES: comerseES: compilarES: concebir