Vertaal
Naar andere talen: • aflojar > DEaflojar > ENaflojar > FR
Vertalingen aflojar ES>NL

I aflojar

werkw.
Uitspraak:  [afloˈxaɾ]

quitar tensión a algo, ponerlo flojo - losser maken
aflojar la corbata - de stropdas losser maken
Para desarmar el mueble, deben aflojar los tornillos. - Om het meubelstuk te demonteren moeten de schroeven worden losgedraaid.


II aflojar

werkw.

perder intensidad o fuerza - verzwakken
La ola de calor no afloja. - De hittegolf verzwakt niet.
Aflojó en sus estudios. - Hij studeert minder hard.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aflojar (ww.) terugschroeven (ww.) ; zich matigen (ww.) ; vrijgeven (ww.) ; vrijaf geven (ww.) ; voor de dag komen met (ww.) ; verwateren (ww.) ; versnijden (ww.) ; verslappen (ww.) ; vermoeien (ww.) ; verflauwen (ww.) ; verdunnen (ww.) ; uitputten (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; temperen (ww.) ; slopen (ww.) ; ophoesten (ww.) ; moe maken (ww.) ; matigen (ww.) ; losmaken (ww.) ; dempen (ww.) ; afmatten (ww.) ; aanlengen (ww.)
aflojar losser maken ; openen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `aflojar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: agotar
ES: anular
ES: arriar
ES: calmar
ES: calmarse
ES: cansar
ES: ceder
ES: chocar
ES: consumirse
ES: debilitar