Vertaal
Naar andere talen: • afeitar > DEafeitar > ENafeitar > FR
Vertalingen afeitar ES>NL

I afeitar

werkw.
Uitspraak:  [afejˈtaɾ]

cortar el pelo a ras de piel - scheren
afeitar la barba - de baard scheren


II afeitarse

werkw.
Uitspraak:  [afejˈtaɾse]

rasurarse, cortarse el pelo a ras de piel - zich scheren
Se afeita todas las mañanas. - Hij scheert zich iedere morgen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afeitar (ww.) kort knippen (ww.) ; kort maken (ww.) ; korten (ww.) ; scheren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afeitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acortar
ES: afeitar a ras
ES: arrancar
ES: cortar
ES: depilar
ES: esquilar
ES: pelar
ES: perfilar
ES: podar
ES: rapar