Vertaal
Naar andere talen: • afeitar > ENafeitar > FRafeitar > NL
Vertalingen afeitar ES>DE
afeitar (ww.) kürzen (ww.) ; rasieren (ww.) ; schneiden (ww.) ; schniedeln (ww.) ; stutzen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `afeitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acortar
ES: afeitar a ras
ES: arrancar
ES: cortar
ES: depilar
ES: esquilar
ES: pelar
ES: perfilar
ES: podar
ES: rapar