Vertalingen sacar ES>NL
sacar
werkw.
1) poner algo o alguien fuera de su lugar o condición -
tevoorschijn halen sacar monedas del bolsillo - munten uit de binnenzak tevoorschijn halen |
sacar de quicio (=hacer que alguien pierda dominio de sí mismo) - gek maken
Tus caprichos me sacan de quicio. - Ik word gek van je kuren.
|
2) extraer una cosa de otra -
halen sacar oro de un río - goud uit een rivier halen |
sacar en limpio (=obtener conclusiones de algo) - conclusies trekken
Tuvimos tres horas de reunión y no sacamos en limpio nada. - We hadden een vergadering van drie uur en we hebben geen enkele conclusie kunnen trekken.
|
3) indagar la verdad de un asunto -
trekken sacar conclusiones - conclusies trekken |
4) obtener algo por persuasión o fuerza -
loskrijgen La policía sacaba información a los sospechosos de forma violenta. - De politie kreeg de informatie van de verdachten op een gewelddadige manier los. |
5) conseguir algún fin -
verkrijgen Fíjate si le sacas dinero a tus padres. - Kijk maar of je geld van je ouders kan verkrijgen. |
6) ganar algo por medio de la suerte -
winnen sacar un premio - een prijs winnen |
7) adelantar o aventajar una cosa -
bereiken El ganador sacó dos cabezas al segundo. - De winnaar won met twee hoofdlengtes op de tweede. |
8) poner algo en uso -
uitbrengen sacar una línea de perfumes - een collectie parfums uitbrengen |
9) tomar un retrato o fotografía -
nemen sacar fotos - foto´s nemen |
10) mencionar una cosa -
brengen sacar un problema a colación - een probleem ter sprake brengen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sacar (ww.) | te voorschijn halen (ww.) ; meepikken (ww.) ; naar boven trekken (ww.) ; naar buiten halen (ww.) ; nadragen (ww.) ; nijpen (ww.) ; omhoog rukken (ww.) ; omhoog trekken (ww.) ; oppikken (ww.) ; opspelen (ww.) ; opspelen kaartspel (ww.) ; opsteken (ww.) ; tappen (ww.) ; meekrijgen (ww.) ; tevoorschijn brengen (ww.) ; tevoorschijn halen (ww.) ; tevoorschijn trekken (ww.) ; tornen (ww.) ; uithalen (ww.) ; uitscheppen (ww.) ; uittrekken (ww.) ; verwijten (ww.) ; voor de dag halen (ww.) ; voor de voeten gooien (ww.) ; voorhouden (ww.) ; lostornen (ww.) ; aanrekenen (ww.) ; aanwrijven (ww.) ; aftappen (ww.) ; afzetten (ww.) ; berispen (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; blameren (ww.) ; eruit nemen (ww.) ; extraheren (ww.) ; gispen (ww.) ; hozen (ww.) ; kennis opdoen (ww.) ; laken (ww.) ; laten zien (ww.) ; leeghozen (ww.) ; leren (ww.) ; lichten (ww.) ; loshalen (ww.) ; loskrijgen (ww.) ; losmaken (ww.) |
sacar | afbreken ; pompen uit ; bladbreken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `sacar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abandonarES: abrirES: achicarES: aclararES: acuciarES: adquirirES: amanecerES: apartarES: apoderarse deES: aprender