Vertaal
Naar andere talen: • quitar > DEquitar > ENquitar > FR
Vertalingen quitar ES>NL

I quitar

werkw.
Uitspraak:  [ki'taɾ]

1) apartar una cosa del lugar en que está - weghalen
Quita tus cosas de la mesa. - Haal je spullen van tafel af.

2) dejar a alguien sin algo que tenía - afnemen
Me quitaron el permiso de conducir. - Ze hebben me het rijbewijs afgenomen.

3) librar a una persona de una carga o una obligación - bevrijden
Tu ayuda me quita un poco el peso del trabajo. - Jouw hulp bevrijdt me van enige werkdruk.

4) prohibir una cosa - verbieden
El médico le quitó las píldoras para dormir. - De arts heeft hem de slaappillen verboden.

5) hacer desaparecer una cosa - weghalen
El café quita el sueño. - Koffie houdt je uit de slaap.

6) suprimir un empleo - ontslaan
Me quitaron el trabajo. - Ze hebben me van mijn werk ontslagen.

7) ser un obstáculo o impedimento - weghalen
quitar una piedra del camino - een steen van de weg halen
uitdrukking quitar de en medio
uitdrukking quitar de encima
uitdrukking quitarse de en medio


II quitarse

werkw.
Uitspraak:  [ki'taɾse]

1) apartar el cuerpo de una prenda de vestir - uittrekken
quitarse la ropa - de kleding uittrekken

2) apartarse totalmente de una cosa - zich afscheiden
Me he quitado del proyecto. - Ik heb me afgescheiden van het project.

3) separarse de un lugar - opzijgaan
¡Quítate del camino! - Ga uit de weg!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
quitar (znw.)de amputatie (v)
quitar (ww.) reinigen (ww.) ; plunderen (ww.) ; roven (ww.) ; ruimen (ww.) ; schoonmaken (ww.) ; schoonpoetsen (ww.) ; uitnemen (ww.) ; uitplunderen (ww.) ; van af zijn (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; vervreemden (ww.) ; verwijderen (ww.) ; wegbrengen (ww.) ; wegdoen (ww.) ; weghalen (ww.) ; wegnemen (ww.) ; wegsnijden (ww.) ; wegwerken (ww.) ; zuiveren (ww.) ; bevrijden van (ww.) ; afhelpen (ww.) ; afnemen (ww.) ; afschaffen (ww.) ; afvegen (ww.) ; afzetten (ww.) ; afzonderen (ww.) ; amputeren (ww.) ; beroven (ww.) ; beroven van (ww.) ; depriveren (ww.) ; ecarteren (ww.) ; erafhalen (ww.) ; kwijt raken (ww.) ; leegplunderen (ww.) ; loshalen (ww.) ; ontnemen (ww.) ; ontstelen (ww.)
quitar verminderen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `quitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandonar
ES: acarrear
ES: afanar
ES: alejar
ES: alejarse
ES: amputar
ES: apartar
ES: apropiar
ES: asaltar
ES: bajar