Vertalingen apropiar ES>NL
I apropiar
werkw.
1) hacer propia una cosa, tomarla para sí -
toe-eigenen apropiar el patrimonio cultural - toe-eigenen van het culturele erfgoed |
2) acomodar, adecuar una cosa a algo -
aanpassen Apropiaron el método a la enseñanza básica. - Ze pasten de methode aan het basisonderwijs aan. |
II apropiarse
werkw.
tomar algo y hacerse dueño de ello -
zich toe-eigenen Se apropió de los bienes de los hermanos. - Hij eigende zich de goederen van de broers toe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
apropiar (ww.) | aanpassen (ww.) ; geschikt maken (ww.) |
apropiar | zich toeeigenen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `apropiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afanarES: birlarES: escamotearES: hurtarES: limpiarES: quitarES: rapiñarES: robarES: soplarES: substraer