Vertalingen encender ES>NL
encender (ww.) | opsteken (ww.) ; licht aansteken (ww.) ; motiveren (ww.) ; ontsteken (ww.) ; opfokken (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opjutten (ww.) ; oppikken (ww.) ; opruien (ww.) ; leren (ww.) ; opstoken (ww.) ; poken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; provoceren (ww.) ; stimuleren (ww.) ; verwerven (ww.) ; vuur maken (ww.) ; vuurmaken (ww.) ; instigeren (ww.) ; aandoen (ww.) ; aandraaien (ww.) ; aanleren (ww.) ; aanmaken (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aansteken (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanzetten tot (ww.) ; doen branden (ww.) ; eigen maken (ww.) ; iemand motiveren (ww.) ; in de fik steken (ww.) ; inschakelen (ww.) |
encender | ontsteken ; schot |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `encender`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrasarES: acentuarES: activarES: adquirirES: afilarES: aguijonearES: alentarES: alzarES: animarES: apoyar