Uitspraak: | [po'ðeɾ] |
Si entreno todo el año, podré correr una maratón. - Als ik het hele jaar train zal ik een marathon kunnen rennen. |
No puedo decirte en qué gasté el dinero, es una sorpresa. - Ik kan je niet zeggen waar ik het geld aan heb uitgegeven, het is een verrassing. |
¿Puedo fumar en este vagón? - Mag ik in dit rijtuig roken? |
Podrías avisar si vas a llegar tarde a casa. - Zou je kunnen laten weten als je laat thuis komt. |
Nadie puede con sus caprichos. - Niemand verdraagt zijn kuren. |
Puedes tomar un taxi o venir caminando porque estás realmente cerca de casa. - Je kunt een taxi nemen of komen lopen want je bent werkelijk dichtbij huis. |
El otro boxeador me pudo. - De andere bokser heeft me verslagen. |
El maleante gritó que podía con todos los policías. - De crimineel schreeuwde dat hij alle politieagenten aan zou kunnen. |
No puedo con este trabajo. - Ik houd dit werk niet vol. |
Uitspraak: | [po'ðeɾ] |
Los republicanos llegaron al poder las elecciones pasadas. - De republikeinen zijn bij de vorige verkiezingen aan de macht gekomen. |
firmar un poder legal - een wettelijke volmacht ondertekenen |
Es un líder nato, tiene gran poder de decisión e iniciativa. - Hij is een geboren leider, hij heeft een groot vermogen voor besluiten en initiatieven. |
Tus chantajes no tienen ningún poder sobre mí. - Jouw chantage heeft geen enkele invloed op mij. |
Uitspraak: | [po'ðeɾes] |
El mago y la bruja midieron sus poderes en la cima del monte. - De tovenaar en de heks hebben hun krachten op de top van de berg gemeten. |