Vertaal
Naar andere talen: • einstellen > ENeinstellen > ESeinstellen > FR
Vertalingen einstellen DE>NL

I einstellen

werkw.
Uitspraak:  ainʃtɛlən]

1) neu beschäftigen - aanstellen
jemanden als Hausmeister einstellen - iemand als huismeester aanstellen

2) beenden - beëindigen
Bitte stellen Sie das Rauchen ein. - Stopt u alstublieft met roken.

3) in bestimmter Weise regulieren - afstellen
den Backofen auf 180 Grad einstellen - de oven op 180 graden afstellen
Welchen Sender hast du eingestellt? - Op welke zender heb je afgestemd?

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich auf etw. einstellen

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich wieder einstellen


II die Einstellung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ainʃtɛŋ]
Verbuigingen:  Einstellung , Einstellungen

1) deel van de uitdrukking: mening
Wie ist Ihre Einstellung zum Thema Klimaschutz? - Was is uw mening over het onderwerp milieubescherming?

2) deel van de uitdrukking: aanstelling
Einstellungsstopp - een aanstellingsstop
Einstellungstest - een aanstellingstest

3) deel van de uitdrukking: instelling
die Einstellungen eines Gerätes ändern / überprüfen - de instellingen van een apparaat veranderen / controleren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einstellen (ww.) leggen (ww.) ; afbestellen (ww.) ; afgelasten (ww.) ; afzeggen (ww.) ; annuleren (ww.) ; benoemen (ww.) ; bewaren (ww.) ; bijregelen (ww.) ; deponeren (ww.) ; detacheren (ww.) ; halt houden (ww.) ; het werk neerleggen als protest (ww.) ; in dienst nemen (ww.) ; installeren (ww.) ; intrekken (ww.) ; aantrekken (ww.) ; neerleggen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; nietig verklaren (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; opzij leggen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; staken (ww.) ; stationeren (ww.) ; stoppen (ww.) ; tewerkstellen (ww.) ; uitzenden (ww.) ; wegzetten (ww.) ; werkonderbreken (ww.) ; zetten (ww.) ; aanstellen (ww.) ; aannemen (ww.)
das Einstellenhet afstemmen ; de aanpassing (v) ; het afstellen ; de bijstelling (v) ; het plaatsen (znw.) ; huren van persoon (znw.) ; het inhuren ; inregelen (znw.) ; het instellen ; de plaatsing (v) ; het regelen
einstellen afstellen ; aanslaan ; afstelling ; bijstellen ; conditioneren ; Einstellen ; immatriculeren ; in beeld brengen ; inregeling ; instellen ; instelling ; justeren ; opnemen in wagenpark ; seponeren ; van een boring ; verdeling ; verlaten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `einstellen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbestellen
DE: ablegen
DE: absagen
DE: abstellen
DE: abstimmen
DE: abstreifen
DE: anbringen
DE: andrehen
DE: angleichen
DE: anhalten

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Zahlungen einstellen NL: de betalingen staken
DE: Sonderzüge einstellen NL: extra-treinen inzetten
DE: sich einstellen NL: verschijnen NL: zich instellen