1. MWB
  2. Vertalen
  3. angleichen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • angleichen > EN • angleichen > ES • angleichen > FR
Vertalingen angleichen DE>NL

angleichen

werkw.
Uitspraak:  [ˈanglaiçən]

1) auf einen ähnlichen Stand bringen - aanpassen
die Löhne den gestiegenen Preisen angleichen - de salarissen worden aan de gestegen prijzen aangepast

2) einer anderen Sache ähnlicher werden - aanpassen
Die Innentemperatur glich sich allmählich der / an die Außentemperatur an. - De binnentemperatuur past zich langzaamaan aan de buitentemperatuur aan.
Die Lebensbedingungen in Ost- und Westdeutschland gleichen sich an. - De levensvoorwaarden in Oost- en West-Duitsland passen zich aan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
angleichen (ww.) gelijk trekken (ww.)
das Angleichenhet assimileren ; het gelijkmaken ; het nivelleren
angleichen aanpassen ; conditioneren ; klimatiseren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `angleichen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abstellen
DE: akkommodieren
DE: assimilieren
DE: ebnen
DE: einstellen
DE: gleichstellen
DE: in Einklang bringen
DE: in Übereinstimmung bringen
DE: nivellieren
DE: regulieren