1. MWB
  2. Vertalen
  3. abstimmen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • abstimmen > EN • abstimmen > ES • abstimmen > FR
Vertalingen abstimmen DE>NL

I abstimmen

werkw.
Uitspraak:  [ˈapʃtɪmən]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (über etw.) abstimmen

2) in Einklang bringen - afstemming
seine Pläne mit jemandem abstimmen - zijn plannen met iemand afstemmen
das Programm auf die Wünsche des Publikums abstimmen - Het programma met de wensen van het publiek in afstemmen.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich (mit jdm) abstimmen


II die Abstimmung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈapʃtɪmʊng]
Verbuigingen:  Abstimmung , Abstimmungen

1) Entscheidung durch Abstimmen poliek - stemming
Das Ergebnis der Abstimmung wird mit Spannung erwartet. - In spanning wordt gewacht op het resultaat van de stemming.

2) deel van de uitdrukking: plannen
Können wir uns zur Abstimmung unserer Vorgehensweise besprechen? - Zouden we in samenspraak onze wijze van aanpak kunnen bespreken?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abstimmen (ww.) bijstellen (ww.) ; gelijkschakelen (ww.) ; kiezen (ww.) ; reconcilieren (ww.) ; stemmen (ww.) ; verzoenen (ww.) ; zijn stem uitbrengen (ww.)
das Abstimmenhet afstellen ; het afstemmen ; inregelen (znw.) ; het instellen ; het regelen
abstimmen afstemmen ; bij elkaar
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `abstimmen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ablehnen
DE: abstellen
DE: akkommodieren
DE: aussuchen
DE: eine Wahl treffen
DE: einstellen
DE: gleichrichten
DE: gleichschalten
DE: in Einklang bringen
DE: in Übereinstimmung bringen