Vertaal
Naar andere talen: • voraussetzen > ENvoraussetzen > ESvoraussetzen > FR
Vertalingen voraussetzen DE>NL

I voraussetzen

werkw.
Uitspraak:  [foˈrauszɛʦən]

1) als sicher annehmen, dass etw. zutrifft, so ist - veronderstellen
Diese Information kann man bei Fachleuten als bekannt voraussetzen. - Deze informatie mag men bij vakmensen als bekend veronderstellen.
Ich hatte vorausgesetzt, dass Sie darüber Bescheid wissen. - Ik had verondersteld dat u daarvan op de hoogte was.

2) als Bedingung haben, die vor etw. erfüllt sein muss - vooropstellen
Wir setzen ausgezeichnete Computerkenntnisse voraus. - Wij stellen uitstekende computerkennis voorop.


II die Voraussetzung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [foˈrauszɛʦʊŋ]
Verbuigingen:  Voraussetzung , Voraussetzungen

1) deel van de uitdrukking: veronderstelling
Wir sind wohl von falschen Voraussetzungen ausgegangen. - Wij zijn toch van de verkeerde veronderstelling uitgegaan.

2) deel van de uitdrukking: vereiste
eine wesentliche Voraussetzung für diesen Beruf - een wezenlijke vereiste voor dit beroep
Unter bestimmten Voraussetzungen kann ein Stipendium gewährt werden. - Onder bepaalde voorwaarden kan een studiebeurs worden verleend.
uitdrukking unter der Voraussetzung, dass ...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
voraussetzen (ww.) aannemen (ww.) ; beginnen met (ww.) ; uitgaan van (ww.) ; veronderstellen (ww.) ; vooropstellen (ww.) ; vooropzetten (ww.) ; vooruitzetten (ww.)
voraussetzen achten
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voraussetzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: annehmen
DE: ausgehen von
DE: denken
DE: glauben
DE: meinen
DE: präsumieren
DE: servieren
DE: setzen
DE: unterstellen
DE: vermuten