1. MWB
  2. Vertalen
  3. vermuten (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • vermuten > EN • vermuten > ES • vermuten > FR
Vertalingen vermuten DE>NL

I vermuten

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmuːtən]

denken, dass etw. zutrifft oder dass jemand / etw. irgendwo ist - vermoeden
Ich vermute, sie sind jetzt schon zu Hause. - Ik denk dat jullie al thuis zijn.
Da er sie im Büro vermutete, rief er dort an. - Omdat hij dacht dat ze op kantoor was, belde hij haar daar.
uitdrukking Es ist / steht zu vermuten, dass ...


II vermutlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmuːtlɪç]

deel van de uitdrukking: waarschijnlijk
Ich komme vermutlich eine Stunde später. - Ik kom waarschijnlijk een uur later.


III die Vermutung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmuːtʊŋ]
Verbuigingen:  Vermutung , Vermutungen

deel van de uitdrukking: vermoeden
Seine Vermutungen wurden bestätigt. - Zijn vermoedens werden bevestigd.
Ich habe die starke Vermutung, dass er mich belügt. - Ik heb sterk het vermoeden dat hij tegen mij liegt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vermuten (ww.) gissen (ww.) ; gissing maken (ww.) ; postuleren (ww.) ; raden (ww.) ; vooronderstellen (ww.)
das Vermutenhet vermoeden ; de veronderstelling (v)
vermuten menen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vermuten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Annahme
DE: annehmen
DE: Glaube
DE: glauben
DE: postulieren
DE: Verdacht
DE: Vermutung
DE: Vermutung anstellen
DE: Voraussetzung