Vertaal
Naar andere talen: • Denken > ENDenken > ESDenken > FR
Vertalingen Denken DE>NL

denken

werkw.
Uitspraak:  [ˈdɛŋkən]
Verbuigingen:  dachte , gedacht

1) Gedanken und Vorstellungen entwickeln / haben - denken
Ich kann nicht mehr klar denken. - Ik kan niet meer helder denken.
Was denkst du gerade? - Waar denk je nu aan?
uitdrukking etw. gibt jemandem zu denken
uitdrukking sich etw. bei etw. denken
uitdrukking Wo denkst du / denken Sie hin?

2) eine bestimmte Meinung oder Vermutung haben - denken, geloven, menen
Ich denke nicht, dass es Absicht war. - Ik denk niet dat het met opzet was.
Ich dachte, er wäre verreist. - Ik dacht dat je op reis was.
„Ist das gut?‟ – „Ich denke schon / nicht.‟ - "Is dat goed?" - "Ik denk het wel / niet."
uitdrukking etw. von jemandem / etw., über jemanden / etw. denken

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking an jemanden / sich / etw. denken

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking daran denken, etw. zu tun

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich etw. denken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
denken (ww.) aannemen (ww.) ; geloven (ww.) ; uitgaan van (ww.) ; veronderstellen (ww.) ; wikken en wegen (ww.)
das Denken denken (znw.)
Denken denken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Denken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: annehmen
DE: glauben
DE: grübeln über
DE: meinen
DE: nachdenken
DE: nachsinnen
DE: sinnen
DE: vermuten
DE: voraussetzen
DE: überlegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: denk' mal an! NL: stel je eens voor!
DE: sich denken NL: zich indenken, zich voorstellen