Vertaal
Naar andere talen: • umbauen > ENumbauen > ESumbauen > FR
Vertalingen umbauen DE>NL

I umbauen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʊmbauən]

durch andere oder zusätzliche Mauern und Räume ändern - verbouwen
Sie wohnen in einer umgebauten Mühle. - Zij wonen in een verbouwde molen.


II der Umbau

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊmbau]
Verbuigingen:  Umbau(e)s , Umbaue , Umbauten

deel van de uitdrukking: verbouwing
Wegen Umbau geschlossen! - Wegens verbouwing gesloten!
Die geplanten Umbauten sollen im Herbst beginnen. - De voorgenomen verbouwing moet in de herfst worden gestart.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
umbauen (ww.) kweken (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; vertimmeren (ww.) ; verbouwen (ww.) ; telen (ww.) ; procreëren (ww.) ; planten (ww.) ; opkweken (ww.) ; ombouwen (ww.) ; heropbouwen (ww.) ; genereren (ww.) ; fokken (ww.) ; aanplanten (ww.) ; aankweken (ww.)
umbauen ombouwen ; walsen verwisselen ; verbouwen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `umbauen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abwandeln
DE: abändern
DE: anbauen
DE: Anpflanzen
DE: aufbauen
DE: aufziehen
DE: erzeugen
DE: fortpflanzen
DE: hegen
DE: heranbilden