Vertalingen organisieren DE>NL
organisieren
werkw.
1) planen und vorbereiten -
organiseren Das Fest war gut organisiert. - Het feest was goed georganiseerd. |
2) dafür sorgen, dass jemand / etw. da ist -
organiseren Getränke / Musiker für das Fest organisieren - drank / musici regelen voor het feest |
3) eine Gruppe bilden, um gemeinsame Interessen durchzusetzen -
organiseren sich in einer Gewerkschaft organisieren - zich tot een vakbond organiseren der Kampf gegen das organisierte Verbrechen - de strijd tegen de georganiseerde misdaad |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
organisieren (ww.) | afspreken (ww.) ; arrangeren (ww.) ; bedisselen (ww.) ; iets op touw zetten (ww.) |
das Organisieren | het organiseren ; het regelen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `organisieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anordnenDE: arrangierenDE: aufbauenDE: aufstellenDE: ausrichtenDE: bauenDE: deichselnDE: einrichtenDE: erbauenDE: errichten