Vertaal
Naar andere talen: • ordnen > ENordnen > ESordnen > FR
Vertalingen ordnen DE>NL

ordnen

werkw.
Uitspraak:  ɔrdnən]

1) etw. in eine bestimmte Reihenfolge oder in einen bestimmten Zusammenhang bringen - ordenen
Bücher alphabetisch nach Autoren ordnen - boeken alfabetisch op schrijver ordenen.
Ich muss erst einmal meine Gedanken ordnen. - Ik moet eerst mijn gedachten ordenen.

2) dafür sorgen, dass etw. so ist, wie es sein soll - ordenen
seine Angelegenheiten ordnen - zijn problemen ordenen
in geordneten Verhältnissen leben - in een geordende verhouding leven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ordnen (ww.) rangeren (ww.) ; vlijen (ww.) ; uitzoeken (ww.) ; systematiseren (ww.) ; struktureren (ww.) ; structuur aanbrengen (ww.) ; structureren (ww.) ; sorteren (ww.) ; schiften (ww.) ; regelen (ww.) ; rangschikken (ww.) ; rangordenen (ww.) ; ordenen (ww.) ; indelen (ww.) ; groeperen (ww.) ; bedisselen (ww.) ; arrangeren (ww.) ; afspreken (ww.)
ordnen catalogiseren ; rangschikken ; indelen ; in nummervolgorde brengen ; een naamlijst vervaardigen
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ordnen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anordnen
DE: einordnen
DE: einrichten
DE: einteilen
DE: gliedern
DE: gruppieren
DE: inOrdnungbringen
DE: klassifizieren
DE: organisieren
DE: regeln