Vertaal
Naar andere talen: • herumfahren > ENherumfahren > ESherumfahren > FR
Vertalingen herumfahren DE>NL
herumfahren (ww.) draaien om (ww.) ; een cirkel tekenen om (ww.) ; omcirkelen (ww.) ; omheenrijden (ww.) ; rondrijden (ww.) ; rondtoeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `herumfahren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ein Kreis zechnen
DE: einkreisen
DE: umkreisen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er fuhr mit den Händen in der Luft herum NL: hij zwaaide met zijn handen in de lucht