Vertaal
Naar andere talen: • einteilen > ENeinteilen > ESeinteilen > FR
Vertalingen einteilen DE>NL

I einteilen

werkw.
Uitspraak:  aintailən]

1) planvoll und sparsam verwenden, um lange Zeit genug davon zu haben - indelen
Teil dir deine Zeit so ein, dass du nicht hetzen musst. - Deel je tijd zodanig in dat je niet hoeft te heksen.

2) in verschiedene Kategorien gliedern - indelen
die Welt in Gut und Böse einteilen - de wereld in goed en slecht indelen

3) aus einem Ganzen mehrere Teile machen - indelen
Der Lehrer teilte die Schüler in Gruppen ein. - De docent deelde de scholieren in groepen in.

4) jemandem eine Arbeit zuweisen - in-/verdelen
zum Bereitschaftsdienst eingeteilt sein - ingedeeld zijn voor oproepdienst


II die Einteilung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  aintaiŋ]
Verbuigingen:  Einteilung , Einteilungen

deel van de uitdrukking: indeling
eine Einteilung vornehmen - een indeling uitvoeren
ein Lineal mit Zentimetereinteilung - een liniaal met een verdeling in centimeters

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einteilen (ww.) arrangeren (ww.) ; classificeren (ww.) ; groeperen (ww.) ; iets regelen (ww.) ; indelen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; ordenen (ww.) ; rangordenen (ww.) ; rangschikken (ww.) ; reglementeren (ww.) ; systematiseren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einteilen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ablegen
DE: abstellen
DE: anbringen
DE: anordnen
DE: aufgliedern
DE: aufstellen
DE: aufteilen
DE: betten
DE: eingruppieren
DE: einordnen