Vertalingen aantrekken NL>FR
aantrekken
werkw.
Uitspraak: | [ˈantrɛkə(n)] |
Verbuigingen: | trok aan (verl.tijd ) heeft aangetrokken (volt.deelw.) |
1) aan je lichaam doen -
mettre je sokken aantrekken - mettre ses chausettes |
2) naar je toe halen -
attirer Hoge bomen trekken de bliksem aan. - Les arbres élevés attirent la foudre. |
personeel aantrekken (=personeel proberen te krijgen) - engager du personnel
|
3) (een touw o.i.d) strakker maken -
tendre een touw stevig aantrekken zodat alles goed vastzit - tirer fortement sur une corde pour que cela serre bien |
4) zo zijn dat je het leuk of aangenaam vindt -
attirer Die muziek trekt me helemaal niet aan. - Cette musique ne m'attire pas du tout. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aantrekken (ww.) | enrôler (ww.) ; tirer (ww.) ; serrer (ww.) ; se vêtir (ww.) ; se couvrir (ww.) ; sangler (ww.) ; s'habiller (ww.) ; revêtir (ww.) ; recruter (ww.) ; prendre en service (ww.) ; passer (ww.) ; nommer (ww.) ; mettre (ww.) ; habiller (ww.) ; fermer en tirant (ww.) ; engager (ww.) ; embaucher (ww.) ; boucler (ww.) ; attirer (ww.) ; appâter (ww.) ; admettre (ww.) |
het aantrekken | serrage (m) ; séduction (v) ; resserrement (m) ; habillement (m) ; charme (m) ; attrait (m) |
aantrekken | prise ; séchage initial |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aantrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrengenNL: aandoenNL: aankledenNL: aanlokkenNL: aannemenNL: adverterenNL: bekledenNL: bekorenNL: charmerenNL: dichttrekken