Vertalingen bekleden NL>FR
bekleden
werkw.
Uitspraak: | [bəˈkledə(n)] |
Verbuigingen: | bekleedde (verl.tijd ) heeft bekleed (volt.deelw.) |
1) bedekken met een stof -
recouvrir een stoel bekleden - recouvrir un siège |
2) een functie of een ambt hebben -
remplir een belangrijke bestuursfunctie bekleden - exercer une fonction supérieure de direction |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bekleden (ww.) | couvrir (ww.) ; garnir (ww.) ; occuper (ww.) ; recouvrir (ww.) ; remplir (ww.) ; s'habiller (ww.) ; se couvrir (ww.) ; tapisser (ww.) |
bekleden | enduction ; enrobage ; gainage ; garnir ; revêtement ; revêtir |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bekleden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantrekkenNL: bedekkenNL: beschietenNL: bezettenNL: overtrekkenNL: stofferenNL: uitoefenenNL: van bekleding voorzienUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand met zekere macht
bekleden
FR: investir quelqu'un d'un pouvoirNL: Iemand met een ambt
bekleden
FR: charger quelqu'un de fonctionsNL: Iemand plaats
bekleden
FR: remplacer quelqu'un, remplir les fonctions de quelqu'un.NL: het
bekleden
FR: habillage (le)