Vertalingen aanlokken NL>FR
aanlokken (ww.) | allécher (ww.) ; appâter (ww.) ; attirer (ww.) ; entraîner (ww.) ; s'efforcer (ww.) ; séduire (ww.) ; tenter (ww.) |
aanlokken | appâtement |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanlokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantrekkenNL: lokkenNL: meelokkenNL: verleidenNL: verlokkenNL: voortlokkenNL: weglokken