| Uitspraak: | [ˈpɪkə(n)] |
| Verbuigingen: | pikte (verl.tijd ) heeft gepikt (volt.deelw.) |
| een tientje pikken uit je moeders portemonnee - hurtar un billete de diez del monedero de tu madre |
| naar een worm pikken - picar a la lombriz |
| We pikken het niet langer! - ¡Ya no lo tragamos más! |
Voorbeeldzinnen laden....