Vertalingen pikken NL>FR
pikken
werkw.
Uitspraak: | [ˈpɪkə(n)] |
Verbuigingen: | pikte (verl.tijd ) heeft gepikt (volt.deelw.) |
1) stelen -
chiper een tientje pikken uit je moeders portemonnee - piquer un billet de dix euros dans le portemonnaie de sa mère |
2) (van een vogel) met de snavel pakken -
picorer , becqueter naar een worm pikken - picorer un ver |
3) accepteren terwijl er reden is om je te verzetten -
avaler , accepter sans protester We pikken het niet langer! - Assez, c'est assez! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pikken (ww.) | attraper (ww.) ; enlever (ww.) ; marauder (ww.) ; s'emparer de (ww.) ; s'envoler (ww.) ; souffler (ww.) |
pikken | ..tolérer ; accepter ; picoter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `pikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanzienNL: accepterenNL: achterhoudenNL: achteroverdrukkenNL: afnemenNL: afpakkenNL: aftroggelenNL: benemenNL: bietsenNL: doorstaan