Vertalingen houden NL>ES
houden
werkw.
Uitspraak: | [ˈhɑudə(n)] |
Verbuigingen: | hield (verl.tijd ) heeft gehouden (volt.deelw.) |
1) hebben en bewaren -
guardar Ik hoef het boek niet terug te hebben, je mag het houden - No hace falta devolverme el libro, puedes guardarlo. |
2) vasthouden of vast blijven zitten -
sostener iemand bij de hand houden - tener a alguien a mano Het plakband is oud en houdt niet meer. - La cinta adhesiva es vieja y ya no pega. |
voor je houden (=(iets) niet vertellen) - guardarse para ti
een geheim voor je houden - guardarse un secreto para ti
|
niets binnen kunnen houden (=steeds moeten overgeven) - vomitar sin cesar
|
3) laten plaatsvinden of uitvoeren -
celebrar een lezing houden - dar una conferencia Het congres wordt gehouden in Amsterdam. - El congreso tendrá lugar en Ámsterdam. |
4) (dieren) verzorgen -
criar kippen houden - criar gallinas |
5) deel van de uitdrukking: -
het niet houden (=niet meer kunnen verdragen) - no aguantar
Ik houd het niet meer van de hoofdpijn. - Ya no aguanto el dolor de cabeza.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
houden (ww.) | aferrarse a (ww.) ; agarrar (ww.) ; aguantar (ww.) ; contener (ww.) ; guardar (ww.) ; retener (ww.) ; sostener (ww.) ; sujetar (ww.) ; tener (ww.) ; tomar (ww.) |
houden | mantener ; mantenimiento por delante ; quedar |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `houden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: aanzienNL: achterhoudenNL: bedwingenNL: beherenNL: behoudenNL: beminnenNL: bijhoudenNL: geen afstand doen vanNL: geven