Vertalingen voorwenden NL>DE
voorwenden
werkw.
Uitspraak: | ['vorwɛndə(n)] |
Verbuigingen: | wendde voor (verl.tijd ) heeft voorgewend (volt.deelw.) |
als echt voorstellen door te doen alsof of te liegen -
vorgeben Hij wendde voor dat hij gek was. - Er gab vor, verrückt zu sein. Zijn baas dacht dat hij de ziekte voorwendde. - Sein Chef sagte, dass er die Krankheit vorgab. Ze wendde voor dat ze dringend weg moest. - Sie gab vor, dringend weggehen zu müssen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voorwenden (ww.) | planen (ww.) ; vortäuschen (ww.) ; vortun (ww.) ; vormachen (ww.) ; vorgeben (ww.) ; spielen (ww.) ; simulieren (ww.) ; sich verstellen (ww.) ; sich ausdenken (ww.) ; phantasieren (ww.) ; heucheln (ww.) ; fingieren (ww.) ; ersinnen (ww.) ; erfinden (ww.) ; erdichten (ww.) |
voorwenden | mimen ; Vortäuschung ; Simulation |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `voorwenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: doen alsofNL: fantaserenNL: fingerenNL: simulerenNL: spelenNL: toneelspelenNL: uitdenkenNL: veinzenNL: verdichten