Vertalingen uitdenken NL>DE
uitdenken (ww.) | ausknobeln (ww.) ; erdichten (ww.) ; erfinden (ww.) ; ersinnen (ww.) ; phantasieren (ww.) ; planen (ww.) ; sich ausdenken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitdenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: fantaserenNL: uitdokterenNL: uitkienenNL: uitknobbelenNL: verdichtenNL: verzinnenNL: voorwendenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (dat heb je) maar uitgedacht
DE: dir bloß ausgedacht, bloß erdacht, erfunden, ersonnen