Vertaal
Naar andere talen: • fingeren > ENfingeren > ESfingeren > FR
Vertalingen fingeren NL>DE
fingeren (ww.) erdichten (ww.) ; erfinden (ww.) ; fingieren (ww.) ; heucheln (ww.) ; sich verstellen (ww.) ; simulieren (ww.) ; spielen (ww.) ; vorgeben (ww.) ; vormachen (ww.) ; vortun (ww.) ; vortäuschen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `fingeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedenken
NL: doen alsof
NL: simuleren
NL: veinzen
NL: voorwenden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: gefingeerde koop DE: Scheinkauf (der)