Vertaal
Naar andere talen: • voorwenden > DEvoorwenden > ENvoorwenden > FR
Vertalingen voorwenden NL>ES

voorwenden

werkw.
Uitspraak:  ['vorwɛndə(n)]
Verbuigingen:  wendde voor (verl.tijd ) heeft voorgewend (volt.deelw.)

als echt voorstellen door te doen alsof of te liegen - fingir
Hij wendde voor dat hij gek was. - Fingió ser un loco.
Zijn baas dacht dat hij de ziekte voorwendde. - Su jefe pensaba que fingía la enfermedad.
Ze wendde voor dat ze dringend weg moest. - Ella fingió que tuviera que salir con urgencia.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
voorwenden (ww.) apretar (ww.) ; compendiar (ww.) ; comprimir (ww.) ; concentrarse (ww.) ; condensarse (ww.) ; divagar (ww.) ; estrujar (ww.) ; fantasear (ww.) ; fingir (ww.) ; idear (ww.) ; imaginar (ww.) ; inventar (ww.) ; pensar (ww.) ; planear (ww.) ; pretender (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voorwenden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedenken
NL: doen alsof
NL: fantaseren
NL: fingeren
NL: simuleren
NL: spelen
NL: toneelspelen
NL: uitdenken
NL: veinzen
NL: verdichten