Vertaal
Vertalingen voortspruiten NL>DE
voortspruiten (ww.) entkeimen (ww.) ; sprießen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voortspruiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: resulteren
NL: spruiten
NL: stoelen
NL: uitkomen
NL: volgen
NL: voortkomen
NL: voortvloeien