Vertaal
Vertalingen voortspruiten NL>FR
voortspruiten (ww.) dériver (ww.) ; être issu (ww.) ; provenir (ww.) ; résulter (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voortspruiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: resulteren
NL: spruiten
NL: stoelen
NL: uitkomen
NL: volgen
NL: voortkomen
NL: voortvloeien

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: voortspruiten uit FR: sortir de, provenir de