Vertalingen trekken NL>DE
trekken
werkw.
Uitspraak: | [ˈtrɛkə(n)] |
Verbuigingen: | trok (verl.tijd ) heeft getrokken (volt.deelw.) |
1) met kracht naar je toe halen -
ziehen iemand aan de haren trekken - jemanden an den Haaren ziehen een kies trekken - einen Zahn ziehen |
ergens hard/flink aan trekken (=erg je best doen voor iets) - fleißig an etwas arbeiten
|
je portemonnee trekken (=betalen) - begleichen
|
iemand over de streep trekken (=iemand overtuigen iets te doen) - jemanden auf seine Seite ziehen
|
de aandacht trekken (=opvallen) - die Aufmerksamkeit auf sich ziehen
|
2) een tocht maken naar of door een genoemde plaats of gebied -
ziehen , wandern Verbuigingen: | is getrokken (volt.deelw.) |
De eenden trokken naar het warme zuiden. - Die Enten zogen in den warmen Süden. zes maanden door Latijns-Amerika trekken - sechs Monate durch Lateinamerika ziehen |
3) een luchtstroom doorlaten -
ziehen De schoorsteen trekt niet goed. - Der Schornstein zieht nicht gut. |
4) (bij iemand) belangstelling oproepen voor -
anziehen De bokssport trekt me absoluut niet. - Der Boxsport interessiert mich absolut nicht. |
5) <in allerlei uitdrukkingen zonder duidelijke betekenis>
-
ziehen iets in twijfel trekken (=ergens aan twijfelen) - etwas in Zweifel ziehen
|
baantjes trekken (=in een zwembad op en neer zwemmen) - Bahnen ziehen
|
bouillon trekken (=bouillon maken door kruiden, groenten of vlees in kokend water te laten sudderen) - Bouillon ziehen lassen
|
Ik kan er geen peil op trekken. (=ik weet niet hoe het is of zal gaan) - Das ist nicht einzuschätzen.
|
Ik trek het niet meer. (=ik kan het niet meer) - Ich schaffe es nicht mehr.
|
met je been trekken (=moeilijk lopen omdat één been niet goed mee gaat) - das Bein nachziehen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trekken (ww.) | ziehen (ww.) ; zerren (ww.) ; weiterziehen (ww.) ; umherreisen (ww.) ; treideln (ww.) ; reißen (ww.) ; reisen (ww.) ; herumreisen (ww.) ; fortziehen (ww.) ; dahinziehen (ww.) |
trekken (werkw.) | anziehen ; ziehen ; anlocken |
trekken | abgetriebene Kultur ; Ziehen ; Welligkeit ; Wandern ; Treiberei ; Kleben ; gewellte Platte ; Durchziehen ; Biegen ; Ausziehen ; anziehen |
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `trekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanlokkenNL: boegserenNL: extraherenNL: halenNL: krijgenNL: migrerenNL: reizenNL: rondreizenNL: rondtrekkenNL: rukkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (van Transvaalse Boeren, oorlogsvluchtelingen)
DE: trecken DE: (van platteland naar grote stad) abwandern DE: (soort stuiptrekking maken, bijv. met mondhoeken) zuckenNL: hier trekt 't
DE: hier zieht'sNL: (de plank) trekt krom
DE: zieht (das)NL: (het onweer) trekt naar het oosten
DE: zieht (s.) nach OstenNL: (het vocht) trekt in het hout
DE: zieht sich in das Holz DE: (pensioen) beziehenNL: (een wissel) op iemand
trekken
DE: auf einen ziehen, ausstellenNL: met het linkerbeen
trekken
DE: das linke Bein (nach)ziehenNL: naar z. toe, tot z.
trekken
DE: an sich ziehenNL: trekkend
DE: (v.d. ene plaats naar de andere) wandernd, Wander...