Vertalingen migreren NL>DE
| migreren (ww.) | auswandern (ww.) ; einwandern (ww.) |
| migreren | Durchschlagen ; fortziehen ; überschreiten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `migreren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: trekken