Vertalingen scheut NL>DE
de scheut
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [sxøt] |
| Verbuigingen: | scheuten (meerv.) |
1) nieuwe tak aan een plant -
Trieb (der ~) | Als je in het voorjaar de jonge scheuten afknipt, bloeit hij mooier. - Wenn man im Frühjahr die jungen Triebe abschneidet, bleibt er schöner. |
2) kleine hoeveelheid vloeistof die je schenkt of giet -
Schuss (der ~) | een scheutje room in de koffie - ein Schuss Sahne im Kaffee |
3) korte hevige pijn -
Stechen (das ~), stechender Schmerz (der ~) | Het doet niet steeds pijn, maar af en toe voel ik een scheut. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de scheut (m) | der Schuß ; der Schößling ; der Sproß ; der Sprößling ; der Trieb |
| scheut | Lotte ; Spross ; Trieb ; Wachstum |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `scheut`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: belastingNL: cijnsNL: lootNL: pandNL: pijnscheutNL: plantestekjeNL: plensNL: schokNL: schootNL: slip
