Vertaal
Naar andere talen: • opsnijden > ENopsnijden > ESopsnijden > FR
Vertalingen opsnijden NL>DE
opsnijden (ww.) häufen (ww.) ; zerstückeln (ww.) ; zerkleinern (ww.) ; verschnippeln (ww.) ; tönen (ww.) ; sichbedienen (ww.) ; servieren (ww.) ; schneiden (ww.) ; kleinmachen (ww.) ; bedienen (ww.) ; auftragen (ww.) ; aufschneiden (ww.) ; aufschlagen (ww.) ; aufreißen (ww.) ; aufgeben (ww.) ; angeben (ww.)
opsnijden Zerschneiden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opsnijden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bluffen
NL: grootspreken
NL: opscheppen
NL: snoeven