Uitspraak: | [ɪnstryˈmɛnt] |
Verbuigingen: | instrumenten (meerv.) |
De instrumenten van een blaaskwintet zijn fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot. - Die Instrumente eines Blasquintetts sind Flöte, Oboe, Klarinette, Horn und Fagott. |
de instrumenten van een chirurg - die chirurgischen Instrumente |
De stemwijzer is een goed instrument om te helpen kiezen op een partij. - Der Wahl-O-Mat ist ein gutes Hilfsinstrument bei der Wahl einer Partei. |