Vertaal
Naar andere talen: • snoeven > ENsnoeven > ESsnoeven > FR
Vertalingen snoeven NL>DE
snoeven (ww.) angeben (ww.) ; aufgeben (ww.) ; aufreißen (ww.) ; aufschlagen (ww.) ; aufschneiden (ww.) ; auftragen (ww.) ; bedienen (ww.) ; häufen (ww.) ; kleinmachen (ww.) ; schneiden (ww.) ; servieren (ww.) ; sichbedienen (ww.) ; tönen (ww.) ; verschnippeln (ww.) ; zerkleinern (ww.) ; zerstückeln (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `snoeven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bluffen
NL: brallen
NL: grootspreken
NL: opscheppen
NL: opsnijden
NL: pochen
NL: snorken
NL: stoffen
NL: zwetsen