Vertalingen gelegenheid NL>DE
de gelegenheid
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [xəˈlexənhɛit] |
Verbuigingen: | gelegenheidheden (meerv.) |
1) (gunstig) moment -
Gelegenheit (die ~) van de gelegenheid gebruik maken - von der Gelegenheit Gebrauch machen de gelegenheid aangrijpen/benutten/te baat nemen - die Gelegenheit nutzen |
de eerste de beste gelegenheid (=zodra er een goed moment voor is) - die erstbeste Gelegenheit
|
De gelegenheid maakt de dief. (=als je je spullen niet goed bewaakt, kan iemand ze makkelijk stelen) - Gelegenheit macht Diebe.
|
2) bijzondere omstandigheid -
Gelegenheit (die ~) voor de gelegenheid een mooie jurk aandoen - zu der Gelegenheit ein schönes Kleid anziehen |
3) openbare plek waar je iets kunt doen of kunt nuttigen -
Wirtschaft (die ~) Bij een gelegenheid in het bos hebben we wat gedronken. - In einem Wirtshaus im Wald haben wir etwas getrunken. |
4) deel van de uitdrukking: -
op eigen gelegenheid reizen (=met een eigen vervoermiddel reizen) - mit eigenem Transportmittel anreisen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de gelegenheid (v) | die Chance ; die Gelegenheit ; die Möglichkeit |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gelegenheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanleidingNL: barNL: evenementNL: gebeurtenisNL: gevalNL: kansNL: mogelijkheidNL: omstandigheidNL: plaatsUitdrukkingen en gezegdes
NL: bij (ter)
gelegenheid van
DE: bei Gelegenheit, gelegentlich (2)NL: (ik ben niet) in de
gelegenheid (je te helpen)
DE: in der LageNL: op eigen
gelegenheid
DE: auf eigene FaustNL: per eerste
gelegenheid (verzenden)
DE: mit nächster GelegenheitNL: (zij komen) per eigen
gelegenheid
DE: mit eigenem Fuhrwerk, WagenNL: de
gelegenheid maakt de dief
DE: Gelegenheit macht Diebe