Vertaal
Naar andere talen: • utilizar > DEutilizar > ENutilizar > FR
Vertalingen utilizar ES>NL

utilizar

werkw.
Uitspraak:  [utili'ɑuaɾ]

1) hacer servir una cosa para cierto fin - gebruiken
Para hacer la mesa utilizamos madera de roble. - Voor het maken van de tafel gebruiken we eikenhout.

2) servirse de una persona o cosa para conseguir un fin determinado - gebruikmaken
Utilizó ciertas influencias para lograr un ascenso. - Hij maakte gebruik van bepaalde invloeden om een promotie te bereiken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
utilizar (ww.) aangrijpen (ww.) ; aanwenden (ww.) ; benutten (ww.) ; bezigen (ww.) ; exploiteren (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; gebruiken (ww.) ; hanteren (ww.) ; toepassen (ww.) ; uitbuiten (ww.) ; utiliseren (ww.)
utilizar de timing verzorgen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `utilizar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abusar de
ES: acabar
ES: administrar
ES: agotar
ES: aplicar
ES: apostar
ES: aprovechar
ES: comenzar
ES: consumir
ES: ejercer