Vertalingen remendar ES>NL
remendar
werkw.
1) reparar una cosa vieja o rota poniéndole un parche, en especial una prenda de vestir -
verstellen Tienes que remendar estos pantalones. - Je moet die broek verstellen. |
2) reforzar con puntadas la parte gastada de una tela o tapar con ellas un agujero -
oplappen Remendó prolijamente los calcetines gastados. - Hij heeft de versleten sokken netjes opgelapt. |
3) arreglar o reparar algo -
repararen Remendamos las cámaras de las bicicletas y pudimos seguir nuestro trayecto. - We repareerden de binnenbanden van de fietsen en konden ons traject vervolgen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
remendar (ww.) | opvijzelen (ww.) ; wijzigen (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; verstellen (ww.) ; veranderen (ww.) ; tot stand brengen (ww.) ; scheppen (ww.) ; restaureren (ww.) ; repareren (ww.) ; renoveren (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; afwisselen (ww.) ; oplappen (ww.) ; opknappen (ww.) ; opkalefateren (ww.) ; maken (ww.) ; klussen (ww.) ; klusje opknappen (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; herzien (ww.) ; herstellen (ww.) ; goedmaken (ww.) ; fiksen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `remendar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: actualizarES: adecentarES: alterarES: alternarES: alzarES: animarES: apuntalarES: armarES: arreglarES: aviar