Vertalingen pudor ES>NL
el pudor
zelfst.naamw.
1) respeto a las reglas sociales de la moral y la decencia -
fatsoen Actúa con una falta de pudor escandalosa. - Hij handelt met een aanstootgevend gebrek aan fatsoen. |
2) sentimiento de vergüenza en materia sexual -
beschaamdheid Le da pudor cambiarse en el camarín. - Hij schaamt zich ervoor om zich te verkleden in de kleedkamer. |
3) sentimiento de timidez o modestia -
schaamte Me da pudor pedirte dinero. - Ik schaam me ervoor om je geld te vragen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el pudor (m) | de beschaamdheid (v) ; de kuisheid (v) ; onbevlektheid (znw.) ; onbezoedeldheid (znw.) ; onschuldigheid (znw.) ; pudeur ; de reinheid (v) ; de schaamte (v) ; het schaamtegevoel ; de zedigheid (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `pudor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: astuciaES: austeridadES: beateríaES: castidadES: cautelaES: circunspecciónES: consideraciónES: corduraES: decenciaES: delicadeza