Vertaal
Naar andere talen: • prorrogar > DEprorrogar > ENprorrogar > FR
Vertalingen prorrogar ES>NL

prorrogar

werkw.
Uitspraak:  [pɾoroaɾ]

1) alargar la duración de algo por un tiempo determinado - verlengen
prorrogar un contrato - een contract verlengen

2) suspender la ejecución de un acto - uitstellen
prorrogar un pago - een betaling uitstellen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
prorrogar (ww.) duur verlengen (ww.) ; prolongeren (ww.) ; verdagen (ww.) ; verlengen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `prorrogar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alargar
ES: aplazar
ES: atrasar
ES: continuar
ES: demorar
ES: diferir
ES: dilatar
ES: posponer
ES: postergar
ES: prolongar