Vertalingen diferir ES>NL
diferir (ww.) | afwijken (ww.) ; afwisselen (ww.) ; opschorten (ww.) ; opschuiven (ww.) ; rekken (ww.) ; uiteenlopen (ww.) ; uitstellen (ww.) ; variëren (ww.) ; veranderen (ww.) ; verdagen (ww.) ; verschillen (ww.) ; verschuiven (ww.) ; vertragen (ww.) ; voor zich uitschuiven (ww.) ; wisselen (ww.) |
diferir | overdracht |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `diferir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: apartarseES: aplazarES: contrastarES: dejar en suspensoES: dejar para más tardeES: dejar para otro díaES: demorarES: desviarse deES: diferenciarseES: discrepar